dinsdag 2 juni 2009

Hoofdstuk 1 : Dag van een Student (deel 4)

Het is elf uur wanneer ik de feestzaal binnenwandel en zoals te verwachten is er nog bijna niemand. Iets waar ik me de laatste tijd meer en meer aan erger, het feit dat de feestjes tegenwoordig blijkbaar niet meer mogen beginnen voor twaalf uur 's nachts. Het gevoel trekt echter snel weg, ik ben immers veel te goed gezind om mij in kleinigheden te ergeren deze avond.

Het volk stroomt gestaag verder binnen, dus binnen een uurtje zullen de lege plekken ook wel opgevuld raken. Nadat ik de inkom voorbij ben en mijn overtollige spullen in de vestiaire heb weggehangen, scannen mijn ogen de zaal af naar bekende mensen. Manon en Michael zouden hier al moeten zijn. Ik spot verschillende mensen die ik ken vanuit mijn lessen en knik hen toe bij wijze van groet. Mijn ogen zoeken verder en vinden Joran. Die ziet er al niet al te nuchter meer uit en staat hand in hand met iemand die ik niet ken. Ik rol met mijn ogen, go figure... Ach, niet dat het er toe doet.

Wanneer mijn ogen Michael vinden sperren ze zich toch even open van verbazing. Ik geloof toch dat
het Michael is want de plaats waar hij staat is niet erg goed belicht. De reden is duidelijk genoeg. Innig verstrengeld met naar mijn vermoeden niemand minder dan Damon. "Die gaan we vanavond niet veel zien" denk ik laconiek.

Wat verder van hen zie ik Manon staan. Ze staat daar duidelijk al even muurversiering te wezen dus wandel ik maar vlug naar haar toe om haar uit haar lijden te verlossen. Wanneer ze me ziet, zegt ze geïrriteerd: "Je bent laat."
"En jij bent vroeg," antwoord ik glimlachend, voor ik haar een kus geef. "Nog iets spectaculair gebeurt terwijl je op mij wachtte?" vraag ik schijnheilig. Manon mist echter het toontje in mijn stem. "Je had gelijk deze morgen," zegt ze me half geïrriteerd, half geamuseerd.
"Uiteraard," zeg ik plagerig, "deze avond heeft hij er dan blijkbaar toch aan toegegeven. Dus ik stel voor dat ik drank ga halen en dat we toosten op Damon."
"Je wist het al," ze kijkt wat beteuterd.
"Natuurlijk wist ik het al lieverd, ja kan er ook moeilijk naast kijken. Als ze nog iets heviger kussen dan ontwricht er straks nog iemand zijn kaak."
Manon kijkt me lachend aan. "Je bent onverbeterlijk."
"Ik doe mijn best," antwoord ik knipogend, "ik ben anders wel blij voor Michael. Hij is al een tijdje stapel op Damon, al zul je hem dat niet horen toegeven. Ik hoop alleen dat ons groentje niet dichtklapt als hij terug nuchter is."

Manon knikt instemmend. "En wat heb jij nog gedaan vandaag? Nog een beetje kunnen
slapen na de aardbeving vanmorgen?" De vraag doet me terugdenken aan wat er gebeurde en ik aarzel even voor ik antwoord: "Wel, er is wel iets heel vreemds gebeurd deze morgen." Ik vertel haar kort wat er gebeurd is en haar blik is bezorgd wanneer ik mijn verhaal eindig. "Slapen daarna was geen probleem. Ik leek geen kracht meer over te hebben na die aanval."
"Zou je niet beter eens langs de dokter gaan, voor de zekerheid?"
"Je weet hoe ik denk over dokters, Manon," zeg ik voorzichtig, "het was trouwens iets eenmaligs. Ik beloof dat als het meer voorvalt dat ik naar een dokter trek, maar dit was een geïsoleerd geval. Toen ik terug wakker werd was alles weer in orde. Daarna heb ik rustig gegeten en me klaargemaakt en hier ben ik."

Ze knikt, duidelijk gerust gesteld. Het telefoontje van Nonkel Alex vermeld ik bewust niet. Dat bewaar ik voor een moment wanneer ik Manon en Michael volledig voor mezelf heb. "Maar kom jongedame, genoeg daarover. We zijn hier niet gekomen om somber te doen, tijd om te feesten!"

Geen opmerkingen: