dinsdag 16 juni 2009

Hoofdstuk 1 : Dag van een Student (deel 6)

Gelukkig lijkt Damon's nieuwsgierigheid gestild te zijn, wat mijn appartement aangaat tenminste. "Hoe hebben jullie elkaar eigenlijk leren kennen?" De manier waarop hij de vraag stelt maakt meer dan duidelijk dat hij al een tijdje achter die informatie aast. "Michael en ik," vraag ik, "of bedoel je hoe wij gedrieën elkaar hebben leren kennen?"

"Het laatste."
"God nu vraag je wat," zegt Manon terwijl ze een geeuw probeert te onderdrukken. Damon kijkt een beetje schaapachtig. "Je hoeft het nu niet meer te vertellen als het te veel tijd vraagt."
"We zullen je de korte samenvatting geven," zegt Michael, die nu ook een geeuw probeert te onderdrukken. Zo gaat het altijd tussen ons gedrieën. De eerste die laat merken hoe moe hij is, steekt de andere twee aan, met als gevolg een geeuwconcert tot we alle drie moeten toegeven dat het eigenlijk toch wel tijd is om ons bed op te zoeken.

"Het is helemaal geen lang verhaal," zeg ik grijnzend tegen Damon, "voor die twee lijkt het gewoon een lang verhaal omdat ze een week nodig hadden om van hun kater te bekomen." Michael en Manon beginnen tegen te pruttelen, hun gezichten zijn goud waard. "Jij was minstens even dronken Lander," zegt Manon verontwaardigt. "Dat klopt lieverd, maar ik was wel twee dagen vroeger terug op de been, waar of niet." Ze rolt met haar ogen en knikt dan met tegenzin.

"Maar wij hebben tenminste geen half uur met een lantaarnpaal staan knuffelen," gaat Michael in de tegenaanval. Manon haar gezicht klaart op. "Ja, inderdaad, ik mag nu niet veel meer weten van die avond, maar dat herinner ik me ook nog."

Zij is spijtig genoeg niet de enige. Ik kan het me niet meer herinneren, maar ik heb de foto's achteraf te zien gekregen. Deze keer ben ik het die niet weet wat antwoorden. Damon snapt er duidelijk niets van. "Het was mijn achttiende verjaardagsfeestje, waar we elkaar hebben leren kennen," begint Manon te vertellen. "Met Lander zat ik samen in de klas en met Michael zat en zit ik nog steeds samen in een toneelvereniging."

"Je speelt toneel?" vraagt Damon verrast aan Michael. Die knikt instemmend. "Geweldig! Ik ben dol op theater. Dat heb ik ook altijd al willen doen."
"Het was de avond van dat feestje dat ik deze twee aan elkaar heb voorgesteld."
"En nog steeds geen spijt?" vraag ik haar plagerig. Ze negeert mijn vraag. "Het werd al snel duidelijk die avond dat mijn twee beste vrienden het heel goed met elkaar konden vinden. Zo goed zelfs dat we uiteindelijk nog met zijn drieën over waren, toen iedereen al vertrokken was."

"Oh ja, dat weet ik nog, en toen vonden we daar nog drie flessen jenever." Michael's ogen staren in de verte. Manon en ik delen de flashback. "Daar hadden we inderdaad misschien beter niet meer aan begonnen," grinnik ik. "Ik ben die morgen in Michael's armen wakker geworden in het bed van Manon haar ouders en Manon zelf die lag in de deuropening van die kamer haar roes uit te slapen."

Damon grinnikt en trekt een gezicht, "Auch." Ik knik instemmend. "En hoe wisten jullie het dan van elkaar?" vraagt Damon plots. Ik grinnik weer. Ik heb al een vermoeden waar hij naartoe wil. Ik wissel een blik met Michael en merk dat hij hetzelfde denkt als hij knipoogt.
"Dat is moeilijk uit te leggen, Damon. We wisten het gewoon. Ik weet niet veel meer van die avond, maar ik weet heel goed dat ik noch Michael ooit tegen mekaar gezegd hebben hoe de zaken stonden. We voelden het gewoon aan. We zijn dan ook onafscheidelijk van die dag af."

"En zijn jullie nooit samen geweest?" Michael proest het uit. Ik had gelijk. "Mijn beste Damon," zeg ik bloedserieus, "wij zijn altijd een koppel geweest." Er valt een doodse stilte. Damons gezicht is goud waard. Een vlaag van teleurstelling en dan een snelle blik naar Michael die op zijn lip moet bijten om niet in lachen uit te barsten en dan dringt het pas door. Zijn reactie is geschokt.

"Je gaat mij niet wijsmaken dat jullie nooit zijn samen geweest." "Dat gaat hij niet," antwoordt Michael, "we zijn nooit samen geweest." "Mij hadden jullie anders overtuigd," zegt Damon met een frons op zijn gezicht. Manon rolt met haar ogen. "Jij was niet eens een uitdaging voor die twee, Damon. Ze maken er een spelletje van. Hoe meer reactie ze krijgen, des te meer plezier ze erin hebben en ik weet uit de les dat jouw reacties meer dan impuls genoeg waren." Hij kijkt wat schaapachtig maar gaat er niet verder op in.

Manon geeuwt weer luidruchtig en Michael en ik volgen bijna gelijktijdig enkele tellen later. "Ik denk dat ik maar eens terug naar huis ga," zegt Damon, die nu duidelijk ook naar zijn bed wil. "Zal ik je mee naar huis doen?" vraagt Michael hem. "Nee, dat hoeft niet, ik geraak wel thuis. Maar ik zie je morgen wel." En hij geeft Michael en korte kus op de lippen. Ik laat hem uit en bedenk dat de jongen de schok van de avond heel goed heeft opgevangen. Ik hoop stellig dat het op deze manier mag verder blijven gaan, zowel voor hem als voor Michael.

Wanneer ik me terug bij de anderen voeg is Michael zich ook aan het klaarmaken. "Wacht nog even," zeg ik hem, "ik weet dat het laat is maar ik heb nog iets anders te vertellen." Hij kijkt me vragend aan. Ook Manon, die al half lag te slapen, richt haar aandacht op mij. "Ik heb vandaag vlak na de aardbeving een telefoontje gekregen van Nonkel Alex," ondanks de vermoeidheid gaat er weer een sensatie van opwinding door mij heen.

Ze kennen Alex allebei en hun volle aandacht is op mij gevestigd als ik hen vertel wat hij mij heeft gezegd. "Typisch Alex," zegt Michael met een zucht van frustratie, wanneer ik het relaas eindig, "hij had evengoed niets kunnen zeggen, dan wist je evenveel." Ik knik instemmend.
"Ik weet ook niet wat ik ervan moet denken, maar ik ga zeker mee. Wat denken jullie, zin in avontuur?"

Manon bijt op haar lip, "ik zou graag meegaan, maar ik heb overmorgen al plannen met de familie."
"Maak je geen zorgen, Manon. Je krijgt van ons een heel gedetailleerd verslag," stelt Michael haar gerust. "Inderdaad," zeg ik instemmend, "Michael mag zijn camera meenemen om foto's te nemen. Ik ben er zeker van dat Alex dat zou appreciëren."

Ik denk even na en voeg er dan nog aan toe, "Michael, ik zou wel graag hebben dat je die uitstap niet vermeld tegen Damon, je weet hoe Alex staat op deze zaken in beperkte kringen te houden, ook al is daar niet altijd reden voor." De vraag maakt me een beetje ongemakkelijk, ik vraag niet graag van mensen om dingen geheim te houden. Michael stelt me gerust: "Ik verzin wel iets, geen probleem." "Hij stelde zich daarstraks al genoeg vragen bij het appartement. Ik wil gewoon niet dat hij zich nog meer vragen gaat stellen."
"Maak je geen zorgen Lander," sust Manon, "ik ben er zeker van dat zijn nieuwsgierigheid gesust is met het "verwende enig kind"-verhaal." Ze geeuwt weer.

"Vindt je het erg als ik de rest van de nacht hier doorbreng Lander? Ik haal het echt niet meer om nog naar mijn kot terug te gaan."
"Geen probleem, je kent de weg..." Ik geef haar een kus en ze vertrekt naar de logeerkamer. Michael wil wat vragen maar ik ben hem voor. "Natuurlijk mag jij dat ook, Michael." Ik geef hem een kus op de wang en hij trekt me even tegen zich aan.

"Bedankt voor daarstraks. Je hebt hem wat weten kalmeren en dat was nodig." Ik knipoog en knuffel even terug. "Ik vrees niet dat het altijd zo gaat zijn, lieve jongen, maar voor een eerste avond was het zeker niet slecht dat hij er zo ontspannen bij bleef. Ga nu maar lekker slapen." De bezorgde blik verdwijnt uit zijn ogen en ik voel hem zuchten voor hij me loslaat.

Ik twijfel even of ik nog een douche neem maar geef er dan toch aan toe, die vijf minuten zullen het nu ook weer niet gaan maken op dit vroege uur. Tien minuten later slapen we alle drie. De ochtend is al bijna weer daar en er staat bezoek op het dagschema. Ik hoop vurig dat de kerels die mijn nieuwe raam komen steken pas in de namiddag langskomen. Mijn gedachten dwalen af naar onderaardse gangen en al de rijkdommen die ik daar zaterdag ga ontdekken en het duurt niet lang voor ik heerlijk lig te dromen.

Geen opmerkingen: