dinsdag 2 juni 2009

Hoofdstuk 1 : Dag van een Student (deel 2)

Een laag gerommel en gekraak welt op uit het binnenste van de aarde zelf. Ik hoor het rinkelen van glazen in de kasten en buiten klinkt het geluid van gierende banden door de daverende ramen in mijn woonkamer. In al die plotse chaos sta ik stokstijf stil. Het gerommel vult mijn lichaam en resoneert steeds luider en luider in mij. Het besef dat dit een aardbeving is registreert zich ergens heel vaag op de achtergrond maar het is het daveren van mijn geest en mijn lichaam dat al mijn aandacht krijgt.

Het duurt tergend lang voor ik me weer kan bewegen. Dat haalt echter niet veel uit want net op dat moment overvalt een plotse golf van misselijkheid me en haalt alle kracht uit mijn benen. Mijn handen zoeken noodgedwongen steun bij het eerste voorwerp dat ze te pakken kunnen krijgen. Mijn ademhaling verzwaart en klinkt luid raspend door de lege kamer.

De aardbeving is echter nog maar net begonnen en een tweede brul brengt een nog hevigere golf van trillingen op gang. Tergend traag bouwt de beving op in kracht en daarmee ook mijn misselijkheid. Ik besef vaag dat ik op mijn knieën zit, met mijn hoofd in mijn handen. Dit is geen normale aardbeving. In mij heeft het crescendo zich mee opgebouwd en mijn lichaam davert even hard mee als alles om mij heen.


Ik registreer vaag dat één van de ramen in mijn woonkamer uit elkaar spat en mijn lichaam voelt alsof het op weg is hetzelfde te doen. Zwarte vlekjes dansen voor mijn ogen en ik voel niets anders meer dan pijn. Maar dan, net voor ik het bewustzijn dreig te verliezen, stopt alles plots echter weer. De aardbeving is over en ook de golf van misselijkheid spoelt weg alsof hij nooit heeft bestaan.

De stuiptrekkingen die me net nog in hun macht leken te hebben verliezen hun grip op mijn spieren en ik slaag erin van heel voorzichtig terug overeind te komen. Mijn benen trillen door de inspanning en ik voel me vreselijk zwak. 'What the fuck!', mijn stem is schor en ik merk dat mijn keel kurkdroog is. Mijn ademhaling vertraagt langzaam maar zeker terug naar het normale ritme, maar mijn hart blijft kloppen als een gek. Wat er ook gebeurd was, dit kon niet gezond zijn.

Ik wankel de woonkamer binnen, laat me in een zetel vallen en wacht tot mijn hartritme terug enigszins normaal is en ik me wat beter voel. Mijn spieren voelen nog steeds pijnlijk aan van de stuiptrekkingen. Ik haal me een glas water in de keuken. Het koude water helpt sterk en ik laat het effect dan ook ten volle op me inwerken. Ondertussen flitsen mijn gedachten naar Manon en Michael. Ongerustheid doet mijn hart opnieuw sneller slaan wanneer ik mijn gsm neem om Michael te bellen. Ik denk niet dat ik ooit zo snel een nummer heb gevormd als nu. Wanneer ik geen verbinding krijg trekt mijn maag samen en vloek ik luid. Het nummer van Manon dan maar proberen. Een tergend lang moment van stilte gaat voorbij voordat ik de kiestoon hoor.

Het rinkelt verschillende keren voor Manon uiteindelijk antwoordt en ik een zucht van opluchting slaag.
'Lander? Alles in orde met je?'
'Ik ben ok,' antwoord ik half naar waarheid, 'een beetje door elkaar geschud, dat is alles.'
'Ja, wij hier ook, maar iedereen is ongedeerd. Michael en ik staan nu buiten voor het gebouw samen met alle andere studenten. Ik denk niet dat de lessen nog verder gaan. Gelukkig was het maar een lichte beving. Er is zelfs geen schade aan het gebouw.'
'Gelukkig inderdaad,' antwoord ik instemmend, maar bedenk me dat ik dan toch nooit een zware beving wil meemaken als dit een lichte moest voorstellen, 'bij mij is één van mijn ramen stuk gesprongen, maar voor de rest ook geen schade.'

Ik hoor haar opgelucht ademhalen en de informatie doorgeven aan Michael. We nemen afscheid en ik stuur na het gesprek nog vlug een sms naar Michael om hem ook gerust te stellen.
Nu mijn ongerustheid over die twee verdreven is, richt mijn aandacht zich op de stuk gesprongen ruit. Ik heb mijn schoenen nog aan dus loop ik zonder angst voor snijwonden naar het raam.
Dit wordt geen eenvoudig opruimwerkje, denk ik somber. Eén van mijn sofa's ligt vol minieme stukjes glas. Het glas moet blijkbaar met heel wat kracht uit elkaar gespat zijn want tot mijn grote verbazing ligt er zelfs glas in de keuken.

Normaal gezien moet ik dit kunnen herstellen op mijn eigen speciale manier. Ik concentreer me op de scherven. Het duurt niet lang voor ik voel waar ze zijn. Miljoenen kleine speldenprikjes in mijn geest, maar dan op een aangename manier. Voor ik echter iets kan ondernemen overvalt een nieuwe draaiing me en de kaart van speldenkopjes verdwijnt als sneeuw voor de zon. Misschien is het niet zo'n goed idee om deze manier te gebruiken na wat ik zojuist heb meegemaakt. Wat het ook was, ik voel dat het al mijn energie heeft opgeëist.

Ik zoek het nummer van het bedrijf dat mijn glasramen heeft gezet en laat een boodschap na op hun antwoordapparaat. Ik ben te uitgeput om de scherven nog op te ruimen en aangezien het buiten toch warm genoeg is en er geen regenwolk te bespeuren is, laat ik het open raam voor wat het is. Ik kleed mij uit en laat mij als een baksteen op het bed vallen, waar ik onmiddellijk word meegetrokken in een diepe slaap.

Geen opmerkingen: