maandag 20 juli 2009

Hoofdstuk 2 : Ondergronds (deel 4)

Het begint terug te kriebelen in mijn buik en ik kan het niet laten om toch nog even tegen Michael te zeggen 'zie je nu wel dat we juist zaten', maar hij negeert me. Ook bij hem zitten de kriebels er terug goed in. De gangen waar de professor ons doorleidt, worden ondertussen steeds korter en kleiner. We zitten nu duidelijk niet meer in een gedeelte van het hotel dat voor de gasten bestemd is, het lijkt zelfs alsof we in een gedeelte zit dat zelfs door het personeel amper wordt gebruikt. Heel abrupt, stopt Howell plots voor één van de deuren in één van de vele gangen. Michael en ik botsen op een haar na niet tegen hem en Alex aan. De deur is niet volledig gesloten, over de grond lopen een paar dikke kabels die dit verhinderen.

'Opgelet heren,' waarschuwt Howell ons terwijl hij naar de kabels wijst, 'je wil daar beneden niet zonder licht vallen, geloof mij.' De deur onthult een trap die verder naar beneden leidt en de trap leidt ons naar een ruimte die bijna even groot is als de immense inkomhal van het hotel. Het plafond is echter veel lager en zonder de grote lampen die her en der geplaatst zijn zou er van licht geen sprake zijn hier. We zitten duidelijk een eindje onder de grond.

Een 'wow' ontsnapt aan Michaels lippen en ook mijn mond hangt open. Alex kijkt ons zelfingenomen aan als hij onze reacties ziet. 'Waar zijn we hier?' vraag ik Howell terwijl ik het tafereel, dat veel wegheeft van een grote grot, in me opneem. 'We bevinden ons onder het hotel, maar deze plek loopt ook verder door onder het plein dat voor het hotel ligt. Ondanks de grote lampen die doorheen de grot geplaatst zijn, worden vele stukken toch nog gehuld in gedeeltelijke of volledige duisternis. De voornaamste reden hiervoor zijn vijf grote zuilen die wat verder in de grot staan. Ze werpen lange schaduwen doorheen de ruimte. Niet veel verder van de zuilen zijn er vage silhouetten te zien van een bouwwerk.

Ik voel Michael naast me komen staan. 'Hij heeft gelijk,' zegt hij me. Ik kijk hem vragend aan. 'Wat bedoel je?' 'Howel heeft gelijk, hier zou ik inderdaad nooit zonder licht willen vallen.' Ik begrijp wat hij wil zeggen en knik instemmend. Ondanks de zanderige ondergond en de gladheid van het gesteente rondom ons, lijken de schaduwen toch iets dreigends over de ruimte te werpen. Ik schud mijn hoofd een paar keer heen een weer om het gevoel kwijt te spelen.

'Wat denken jullie, klaar voor een rondleiding?' Alex en professor Howell kijken ons vol verwachting aan. Het rare gevoel verdwijnt als sneeuw voor de zon en Michael en ik antwoorden in koor: 'Graag!'

Geen opmerkingen: